Over de film
Flament (17) verzeilt zo ziek als een hond in een Dixi-toilet op een muziekfestival. Hij herinnert zich niets meer van de avond voordien. Ook het geheugen van zijn whatsappende boezemvriend Kiwi zit vol gaten : “WTF HAPPENED?”
Terwijl Kiwi op weg is naar het eerste concert van de dag, puzzelt Flament in het Dixi-toilet via gsm-filmpjes de zwaarste avond uit zijn adolescente leven terug in elkaar. Een noodlottige samenloop van omstandigheden, die in gang werd gezet door een vergeten tent, drank en een ontmoeting met Polly: the wrong girl at the wrong time.
Tijdens het legen van zijn maag breekt uit het niets een helse storm los. De toiletcabine wordt meegesleurd en Flament bonkt van hot naar her en raakt buiten bewustzijn.
Als hij weer bij bewustzijn komt, doet hij een vreselijke ontdekking. Zijn dijbeen is doorboord met een ijzeren tentstaaf. Levensgevaarlijk gewond vecht Flament tegen tijd, ruimte en pijn.
Hij bindt de wonde af met een bh die hij vindt in zijn broekzak. Maar hij verzwakt snel en rillend van kou ontdekt hij zijn gsm. Niemand bereikbaar. Netwerk plat. Flament kraakt. Hoewel de storm is gaan liggen, hoort niemand hem. Er komt geen hulp.
Hallucinerend prevelt hij zijn afscheidsrede in de gsm. Flament zakt weg. Zijn einde is nabij. Enkele seconden later gaat zijn gsm af… het is Kiwi…
Out of the Blue, into the Black is de tweede kortfilm van het regisseursduo Alidor Dolfing en werd geproduceerd door Xavier Rombaut voor Bulletproof Cupid. De film werd opgenomen in de zomer van 2017 op diverse locaties in West- en Oost-Vlaanderen.
De complexe opnames vonden voornamelijk plaats binnen de beperkte ruimte van een Dixi-toilet. Om zo efficiënt mogelijk te filmen, gebruikte Alidor Dolfing een aantal originele blauwe Dixi-toiletten met de bekende bruine deur. Bovendien werd voor de indringende hallucinatie-scène een uitvergrote Dixi gemaakt van een halve ton, die kon roteren in een stalen constructie. Een techniek die werd geïnspireerd op een beroemde scène uit Royal Wedding (1951), waarin Fred Astaire op het plafond van zijn huiskamer danst.
Voor de audities, onder leiding van Eva Cools, kwamen meer dan honderd adolescenten opdagen. Uiteindelijk lieten drie acteertalenten een onuitwisbare indruk achter: Laurens Aneca, Klaas Duyck en Verona Verbakel. Een andere jonge getalenteerde wolf met veel ambitie, Frederic Van Zandycke, verzorgde de cinematografie.
In Out of the Blue, into the Black wil Alidor Dolfing, die ook het scenario schreef, iets vertellen over jongeren, over adolescentie, over het leven en het overleven van de puberteit. Daarnaast is er het uitdagende technische aspect. De film werd gedraaid met diverse camera’s, waaronder oude smartphone-types.
De wereldpremière van Out of the Blue, into the Black vond plaats tijdens het Internationaal Kortfilmfestival van Leuven, waarna de film begon aan een wereldwijd parcours van filmfestivals.
Regievisie
“Net als in ons debuut is vriendschap in Out of the Blue, into the Black een belangrijk thema. De vriendschap tussen de eigenzinnige Flament en de flamboyante losbol Kiwi, komt in een letterlijke storm terecht. Gaandeweg het schrijven werd duidelijk dat dit ook en vooral een verhaal werd over overleven.”
“Overleven in de meest praktische zin van het woord, want Flament ziet de dood voor ogen. Maar ook in metaforische zin, want hoe overleef je adolescentie, de meest explosieve en verwarrende periode in je leven? En een periode waarin vriendschap wellicht het meest intens beleefd wordt. Dat we deze jungle ongeschonden overleven, mag bijna verbazing wekken.”
“We lieten ons inspireren door Buried (2010) van Rodrigo Cortès en 127 Hours (2010) van Danny Boyle. Net als in deze films speelt de emotionele trip zich af in een benauwend decor waarin de protagonist strijd voert met een zeer beperkte bewegingsruimte en de wegtikkende tijd. De ultieme confrontatie met jezelf.”
“Het Dixi-toilet is door zijn afgesloten ruimte geen beperking, maar juist een troef: we kunnen niet anders dan dichtbij het personage blijven en zo intiem deelgenoot worden van zijn strijd om te overleven. Op deze manier konden we de emotionele weg die het personage aflegt zo intens mogelijk in de verf zetten, voelen wat hij voelt.”
“In een stijl met ruimte voor experiment en waarin ritme - door middel van montagesequenties en jump cuts - van cruciaal belang is, willen we de kijker meesleuren in dit zenuwslopend, claustrofobisch avontuur. De frequentie van het ritme loopt gelijk met de gemoedstoestand van de protagonist. Gekenmerkt door een dualiteit in toon. Het verhaal opent in een jolige kwajongensachtige sfeer en neemt in het midden een dramatische wending waarna we terecht komen in een schokkend beklijvend gevecht tussen leven en dood.”
“Dat het misbruik van alcohol leidt tot algemene disconnectie van de medemens, is een ondertoon die we willen meegeven. In het begin is het aangenaam om in een roes terecht te komen, maar na een bepaalde hoeveelheid vallen alle normen en waarden weg en is elk individu een eenzame zielige afspiegeling van zichzelf geworden.”
“De jonge Belgische band Heisa, die begin 2018 zijn veelbelovende debuutalbum uitbrengt, smijt het beste van de laatste kwarteeuw alternatieve rock in een blender, kapt het goedje in één gulp achterover en spuwt het ten slotte zonder schaamte in het gezicht van de kijker. Zij maken de ideale muziek om dit verhaal te plaatsen in zijn adolescente context binnen de arena van het rockfestival.”