Over de film
Meli Melo is een kort verhaal over een groep vrienden in de stad. De multiculturele, bruisende Brusselse straten vormen het decor. We volgen het dagelijks leven van Moktar en Felix (midden 20), opgegroeid in Molenbeek. Felix is een Belgische jongen maar voelt zich even Marokkaans als zijn beste vriend Moktar. Doorgaans hangen en chillen ze een beetje op het basketbalplein, Moktar en Felix werken in de Colruyt. Dina (Congolese roots) is een goede vriendin die ze al sinds hun jeugd kennen en Eva (blond en stoer) is het nieuwe meisje in de buurt. Felix heeft dromen en ambities in de hiphop en drugs, terwijl Moktar voor zichzelf probeert uit te maken waar zijn geluk ligt.
Regievisie
“Sinds mijn middelbare school merkte ik dat de coole kinderen een gemeenschappelijke straattaal proberen te vinden om met elkaar te praten zonder dat volwassenen weten wat ze zeggen,” vertelt regisseur Julian Wolf. “In de klas zat ik met studenten met een gemengde culturele achtergrond en ik merkte hoe kinderen elkaars accenten vrij snel overnemen.”
“We hebben veel naar Nederlandse hiphop geluisterd waar je deze culturen ook veel met elkaar hoort vermengen. Zwarte kinderen die zijn opgroeien in Marokkaanse wijken en Marokkanen die opgroeien in Surinaamse wijken. Het deed er niet meer toe, allerlei vreemde woorden werden door deze rappers bewerkt en vertegenwoordigen een nieuwe taal voor de jeugd, zeker in dit soort stedelijke gebieden.”
“De witte kinderen spraken Marokkaanse straattaal met Surinaamse woorden die allemaal door elkaar waren gemengd. Soms gebruikten we de woorden totaal anders dan het eigenlijk hoort. Het werd een totaal nieuw ding. Jonge mensen proberen op te vallen en verwerpen wat hun ouders of scholen hen proberen te leren, dus vinden ze een manier om zelf met al deze nieuwe culturen om te gaan.”
“Als ik nu naar video's van mij en mijn vrienden kijk, klinkt dat een beetje raar omdat we helemaal geen Marokkanen zijn en het er gewoon raar uitziet als deze woorden uit een witte kindermond komen. Maar toch gaf het ons het gevoel ergens deel van uit te maken.”
“Het verhaal over hoe ik een van mijn beste Marokkaanse vrienden ontmoette speelde zich zo typisch af als de negatieve media het graag uitbeeldt. Hij was het stereotype van ‘de Marokkaanse bullebak’. Ik was buiten aan het spelen met een auto met afstandsbediening en hij kwam en vernietigde een baan die ik met stenen had aangelegd. Dus hadden we ruzie en ik was boos op al die mensen.”
“De volgende keer dat we elkaar tegenkwamen was tijdens een basketbal training. We gedroegen ons alsof we elkaar niet kenden, maar hij werd al snel een van mijn beste vrienden. Ik vond het grappig dat hij probeerde te zijn zoals de media hem portretteren, maar hij was eigenlijk een heel gevoelige en coole man. Het is dus fascinerend om te zien hoe deze verschillende typen naar elkaar toe groeien en proberen één te worden.”
“Ik zag hoe gemengde culturen op onze school begonnen te daten. En hoe ze nog steeds niet naar de lessen hoefden te gaan waar de Darwin-theorie wordt uitgelegd, vanwege hun geloof. Of hoe ze dicht bij hun religieuze tradities bleven, zoals Ramadan het nooit eten van varkensvlees, maar tegelijkertijd wiet rookten en dronken.”
“Is er een ‘goed’ en ‘fout’ in deze nieuwe moderne culturele omstandigheden? Op welke manier kun je sommige van deze tradities loslaten? En samen meer groeien naar een nieuwe moderne generatie?”
“Ik wilde bovenstaand verhaal vertellen in meerdere scènes met de groep samen en apart en met grappige momenten en incidenten tussen hen. Hoe ze omgaan met elkaar en het leven en hun gesprekken voeren over dagelijkse dingen, tienerproblemen en het niets. Ze hebben hun eigen gemengde taal en verkennen hun eigen wereld, anders dan hun thuissituatie en volwassen omgeving. Allemaal op zoek naar hun eigen identiteit.”